Niet iedereen is, die hij zegt te zijn. Niet iedereen die
iemand lijkt te zijn, is iemand. In de 'oude wereld', zeg maar de
wereld van vóór social media, was het al zo: name-dropping in een
netwerkgesprek, werd door de name-dropper gebruikt om zichzelf neer te
zetten. Nu geven connecties, vrienden, volgers de indruk dat iemand
bestaat. Maar het is beslist geen wet van Meden en Perzen dat iemand mét
een netwerk, daadwerkelijk iemand is.
LinkedIn is een veel gebruikt social medium, dat wij met ReFlex Personeel onder meer voor
onze recruitment goed inzetten. Mijn collega Martin Hesselberth en ik
schreven er ook over in ons door Kluwer uitgegeven boek over social
media 'Omarm de Octopus'. Link met bijvoorbeeld megaconnector Jan Peter
Balkenende. Niet dat ik verwacht zaken met hem te doen; de voormalig
minister-president zit niet in de verzekeringsbranche, al weet je nooit
welke verzekeraar hem in de toekomst als boegbeeld zal aantrekken om
zwaar weer te trotseren. Door met hem te linken, met zijn tienduizenden
connecties, komen deze connecties een stap dichterbij. Zo zullen meer
mensen gedacht hebben; ik zie dat Jan Peter en ik liefst 65
gemeenschappelijke relaties hebben. Maar toch kent hij mij niet.
Iedere
gebruiker van het netwerk zal zijn of haar eigen reden hebben om al
of niet met personen te linken. Een werkzoekende is uit op een baan. Een
schrijver wil zijn boek verkopen. Een consultant zijn gedachtegoed of
dat van een ander. Een fabrikant zijn product. Enzovoort. Helaas zal ook
dit sociale medium gebruikt worden door dames en heren waarop we niet
zitten te wachten. Dames bijvoorbeeld met zogenoemde oneerbare
voorstellen, al kun je dat nog een dienst noemen. Het wordt listig als
degene die zich of iets aanbiedt, niet diegene is die hij of zij zegt te
zijn.
Gisteren werd ik benaderd door ene John Arow (fictieve
naam; zijn ‘echte’ naam geef ik je desgevraagd telefonisch), advocaat in
Amsterdam. Ach waarom niet, denk je dan. Maar ik ga daar toch beter
naar kijken voortaan, want doordat jij een connectie van hem bent, en
doordat meer mensen connectie van hem worden, begint de persoon in
kwestie te ontstaan, ook als hij geen bestaande persoon is. Ik werd
vanmorgen gebeld door een relatie die ook door hem benaderd is via
LinkedIn en na de ontstane connectie ook al via een bericht met een
concreet ‘nader contact’ verzoek werd benaderd met daarbij 'een erfenis
van een naamgenoot' als een heuse ‘trigger’.
‘Ken jij deze man?
Ik kan verder niets over hem vinden,’ vroeg mijn relatie. Nee, ik ken de
man niet. Ik ben eens nauwkeurig naar zijn profiel gaan kijken. Een
keurige foto, de man zittend op een bureau, ingelijste diploma’s op de achtergrond.
Maar zo’n foto kan van heel iemand anders zijn (identiteitsfraude is aan
de orde van de dag, nietwaar). Een leeg cv, met daarin als enige
vermelding ‘solicitor, law’. Aantal connecties 25, en met die van mij
eraf, 24. Vijf gemeenschappelijke, waaronder Gerard van Olphen,
voorzitter RvB bij Vivat. Tja, nog zo’n nadeel van LinkedIn. We schreven
het al in Omarm de Octopus (uitverkocht overigens, dus alleen nog op de
tweedehands markt te koop) regel als bedrijf de opvolging ook goed in
je social media.
Moraal van het verhaal, wees zorgvuldig met
connectieverzoeken, zorgvuldiger dan ik was. Laat ze ook afhangen van je
doelstellingen die je met het netwerk hebt. Schroom niet om - zo als
het in verzekeringstermen zo fraai heet - naselectie te plegen. Cogito
ergo sum. Ik denk, dus ik besta. Maar ga er niet voetstoots van uit dat
iemand anders bestaat. Eerst zien, dan geloven.
Jan Schrijver
Beste lezer, in de context van het bovenstaande: wij bestaan, en wie schrijft die blijft.
We hebben daarvoor wel supporters nodig. En lezers vooral. We stellen het zeer op prijs als je onze Facebookpagina Schiedams.nl een duim geeft! En onze Facebookpagina De Schiedammer
krijgt natuurlijk ook heel graag jouw waardering. Dan kun je ons nieuws
over Schiedam en Schiedammers goed volgen. Bij voorbaat onze dank.
Ben je twitteraar? Volg ons dan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten