De Schiedammer Online

dinsdag 22 september 2015

Zorgverzekeraar DSW heeft marktaandeel van 3,1% maar is luis in de pels; en dat is goed!

Zowel porseleinkast- als knuffel-olifant
SCHIEDAM -  Net als voorgaande jaren is DSW er ook nu weer in geslaagd om als eerste de premie voor volgend jaar bekend te maken. Die bedraagt in 2016 voor de basisverzekering: 98,75 euro per maand. In 2015 bedraagt de maandpremie 95 euro.









Schiedam huisvest daarmee het hoofdkantoor van een ziektekostenverzekeraar die door de rest van de verzekeringsmaatschappijen in ons land als de luis in de pels wordt ervaren. En dat die luis er is, is een bijzonder goede zaak in een ziektekostenverzekeringsmarkt die door een klein aantal grote verzekeraars wordt gedomineerd. DSW heeft slechts een marktaandeel van 3,1%, maar heeft desalniettemin door het eigenzinnige marktgedrag - en dat zien wij als positief - een wezenlijke invloed op de markt. Het marktaandeel dat DSW in de regio Schiedam/Vlaardingen/Maassluis/Delft heeft, zal vele malen hoger liggen.

Slechts een kleine zeven procent van de zorgverzekerden stapte afgelopen jaar over van de ene naar de andere verzekeraar. Het kan helemaal geen kwaad om jaarlijks als consument goed te overwegen waar je deze - wettelijk verplichte - verzekering onderbrengt. Niet alleen de premie moet je daarbij vergelijken, ook de voorwaarden. Daarbij speelt naast de basisverzekering, waarover het in dit artikel gaat, ook een rol welke aanvullende verzekeringen een verzekeraar biedt. Om eraan bij te dragen dat de zorgconsument komend seizoen heel bewust omgaat met de keuze voor de zorgverzekeraar, gaan we hier iets uitgebreider in op de berichtgeving van DSW ten aanzien van de nieuwe premie.

Die is volgens de verzekeraar bijna zestig euro lager dan door het ministerie van VWS wordt verwacht. "DSW biedt van oudsher maar één polis (restitutiepolis) met dezelfde premie voor zowel individueel als collectief verzekerden", schrijft de verzekeraar. Dat er geen verschil is tussen individueel en collectief, is ook een voorbeeld van de eigenzinnigheid van DSW. Toen enkele jaren geleden, op 1 januari 2006, het stelsel van de nieuwe basisverzekering van kracht werd, waren bijna alle verzekeraars en veel intermediairs in het aanloopjaar naar de stelselwijziging toe heel actief geweest om allerlei marketingactiviteiten te richten op de zogenoemde collectieve verzekeringen ook wel genoemd groepsverzekeringen. Om voor sommige collectieve verzekeringen een korting te verlenen, valt nog iets te zeggen, bijvoorbeeld als een collectief loopt via een werkgever. Je zou kunnen zeggen dat het groepsmatig aangaan van de verzekering voor de verzekeraar een kostenvoordeel oplevert, dat wordt doorgegeven aan de verzekerde. In erg veel gevallen was er echter sprake van het vormen van gelegenheidscollectieven. DSW prikte die marketingzeepbel door, door te melden: wij doen niet aan collectieven, met de verklaring dat dit allemaal erg gezochte collectieven waren.

DSW schrijft trots: "De minister verwacht in de Miljoenennota dat de jaarpremie in 2016 uitkomt op gemiddeld € 1.243. Met een premie van € 1.185 (2015: € 1.140) blijft DSW voor het vierde jaar op rij ver onder de verwachting van VWS. In de voorgaande tien jaar, waarin DSW ook steeds als eerste de premie bekendmaakte, is de premie van DSW richtinggevend gebleken voor alle andere zorgverzekeraars".

Hieronder nog de voor zorgconsumenten maar ook voor de DSW-concurrenten leerzame visie van DSW:

Ieder jaar stijgen de zorguitgaven door vergrijzing, nieuwe behandelingen, nieuwe dure geneesmiddelen en inflatie. Daarnaast leidt de overheveling van de wijkverpleging in 2015 van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet tot en met 2019 jaarlijks tot een verdere premiestijging. De overheid heeft namelijk besloten deze overheveling gepaard te laten gaan met een rijksbijdrage die in vijf jaar geheel wordt afgebouwd.

DSW verwacht dat de groei van de landelijke zorgkosten in 2016 lager zal uitvallen dan door VWS begroot, ondanks dat ook de minister van VWS uitgaat van een minder sterke groei dan in eerdere jaren. De te hoge raming van VWS maakt het voor DSW mede mogelijk de premie lager vast te stellen dan de verwachting van VWS.

VWS gaat ervan uit dat de zorgverzekeraars hun reserves met € 1.500 miljoen verlagen, dit komt voor alle zorgverzekeraars overeen met € 110 per premiebetaler. DSW acht het verantwoord de reserves met € 145 per premiebetaler af te bouwen.

DSW biedt van oudsher maar één polis (restitutiepolis) met dezelfde premie voor zowel individueel als collectief verzekerden. DSW vindt dat zorgverzekeraars ook met één polis voldoende mogelijkheden hebben om kosten niet te vergoeden als de zorg niet aan de wettelijke eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid of gepast gebruik voldoet. Daarmee komt alleen kwalitatief goede zorg voor vergoeding in aanmerking zonder dat hiervoor de keuzevrijheid van zorgverlener via een natura- of budgetpolis beperkt hoeft te worden.


Volgens de website zorgwijzer.nl heeft DSW een marktaandeel van 3,1%. Vier grote verzekeraars hebben gezamenlijk 89%. De marktanalyse op de website:

Het Nederlandse zorgstelsel kent negen verschillende concerns, waar alle zorgverzekeraars onder vallen. De vier grootste concerns – Achmea, VGZ, CZ en Menzis – hebben gezamenlijk 89 procent van de markt op dit moment in handen. Dat percentage lag bij de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2006 op 91 procent. De laatste jaren neemt het marktaandeel van Achmea en VGZ af, maar zijn desondanks nog steeds de grootste twee in Nederland met respectievelijk 31,2 en 24,7 procent marktaandeel. Zorgverzekeraar CZ daarentegen wint ieder jaar wel aan marktaandeel en blijft dit jaar steken op 20,5 procent.
Dit jaar hebben in totaal 1,1 miljoen Nederlanders (6,8 procent) gekozen voor een nieuwe zorgverzekering bij een andere risicodrager. 6,1 procent heeft gewisseld van verzekeraar binnen hetzelfde concern, bijvoorbeeld van Zilveren Kruis naar FBTO (beide Achmea).


Tekst persbericht DSW over premie 2016.



Volg ons ook op facebook en twitter en instagram.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten